5 Fouten die regelmatig worden gemaakt bij het opstellen van een budget

Niemand is perfect en iedereen maakt weleens een foutje. Het opstellen van een budget is voor veel mensen een hele uitdaging en ik hoop van harte dat het je desondanks wél gaat lukken om te budgetteren. Toch kan en zal het ongetwijfeld een keer gebeuren dat niet alles even soepeltjes verloopt. Dat hoort er nou eenmaal bij. 🤷 Daarom zal ik in dit artikel 5 fouten benoemen die regelmatig worden gemaakt bij het opstellen van een budget. En ja, natuurlijk leg ik ook uit hoe je deze foutjes kunt voorkomen en/of oplossen.

Laten we eerlijk zijn: de meeste mensen vinden budgetteren niet echt bepaald leuk. Zelf heb ik vooral een enorme hekel aan het woord ‘budget’, omdat het zo negatief en beperkend klinkt. Een budget opstellen (en aanhouden) is echter wel één van de belangrijkste factoren bij het op orde krijgen van je financiën, het behalen van jouw financiële doelen én het vergroten van je vermogen. En vergis je niet; een budget hoeft niet beperkend te zijn. Het kan juist meer ruimte bieden voor de dingen die je belangrijker vindt.

01. Een te laag budget vaststellen

Deze fout ligt nogal voor de hand en is overigens ook de fout die bijna iedereen maakt in het begin; een veel te laag budget vaststellen. Dit gebeurd overigens vaker dan andersom. 😅 Maar het is geen reden voor paniek. En het probleem is heel makkelijk opgelost: gewoon het budget de komende maand wat hoger maken. En wees vooral niet te streng voor jezelf. De meeste mensen doen er een paar maanden over om een lekker ritme te vinden in een budget. Wat ook een leuke uitdaging kan zijn; verlaag niet ineens je gehele budget, maar probeer elke maand 15% te korten op het bedrag dat je nu uitgeeft. Zo wen je aan het bijstellen naar beneden.

02. Te snel opgeven

Deze sluit mooi aan bij de alinea hierboven: het duurde bij mij dus drie maanden voordat ik het echt goed op de rit had. En dan ben ik iemand die persoonlijke financiën wél leuk vind en die wél met alle liefde alles in de gaten houdt. Geef alsjeblieft niet te snel op. Het is hartstikke normaal dat het niet in één keer gelijk helemaal perfect gaat. Het hoort nou eenmaal bij het proces. 😘

03. Te veel uitgeven in de eerste week/weken

Ook dit komt regelmatig voor; aan het begin van de maand reken jij jezelf rijk en geef je veel te veel uit. Waardoor je aan het einde van de maand wederom krap komt te zitten (of misschien zelfs wel geld moet terugboeken van je spaarrekening). Het is relatief simpel op te lossen door het bedrag niet ineens op jouw lopende betaalrekening te zetten, maar door 2 of 4 keer per maand een bedrag over te boeken voor dit budget. Dus in plaats van (ik noem maar een willekeurig bedrag) €400 euro te storten voor de hele maand, stort je €200 euro en halverwege de maand nog een keer €200 euro. Ook hier geldt dat je soms het een en ander moet uitproberen om te ontdekken wat het beste bij jou past.

04. Geen inzicht hebben in jouw budget en uitgaven

Houd jij één betaalrekening aan voor al jouw uitgaven, dan zal je al snel merken dat het een grote chaos wordt. Want hoeveel was er nog over van je budget? Hoeveel wordt er nog afgeschreven voor vaste lasten? Is er nog wel genoeg voor boodschappen en/of leuke dingen? Kortom: chaos. Dit kun je voorkomen door jouw vaste uitgaven en jouw variabele uitgaven te plaatsen en niet meer op één rekening aan te houden. Dit kun je op twee manieren doen;

• Je budgetten contant pinnen (booooooe!).
• Of twee betaalrekeningen aanhouden.

Door de uitgaven te splitsen heb je veel meer inzicht in jouw budget én worden jouw uitgaven automatische bijgehouden (en hoef je dus geen kasboek of huishoudboekje bij te houden, hoera!). Tip van Flip: maak het jezelf altijd zo makkelijk mogelijk, want dan is de kans van slagen veel groter.

05. Geen budget hebben voor onvoorziene uitgaven

Het maakt niet uit hoe goed je jouw budget kunt plannen, het kan áltijd gebeuren dat er onvoorziene uitgaven zijn. Wellicht kwam er ineens een rekening binnen van de tandarts of van andere zorgkosten. Of misschien moest je onverwachts wat kleine reparaties laten doen. Of misschien was je vergeten dat je nog een cadeautje moest kopen voor de verjaardag van Ome Henk. Hoe dan ook: je moest geld terugboeken van je buffer of je spaarrekening. En dat is niet leuk. Het is ontzettend demotiverend om dan geld te moeten terugboeken van jouw spaarrekening. De oplossing voor dit ‘probleem’ is relatief simpel: houd een apart spaarpotje/budget aan voor onvoorziene uitgaven. Dit potje zal vrijwel alle (kleinere) financiële tegenvallers kunnen opvangen, zónder dat je aan jouw buffer hoeft te komen en zónder in de knoop te komen met je maandelijkse budget.

Het gaat er niet om dat je minder geld uitgeeft

Het gaat er niet om dat je zoveel mogelijk moet beknibbelen op je uitgaven (behalve wanneer je dat zelf wilt), maar dat je inzicht hebt in jouw inkomsten en uitgaven, zodat je zelf kunt bepalen waar jij jouw geld aan uitgeeft. Daar waar je geld kunt en wilt besparen, creëer je meer ruimte voor dingen die voor jou wél belangrijk zijn. 💵 Meer tips over geld, sparen en besparen? Volg mij ook op Instagram.